
Het bekende e-step merk Unagi presenteert nieuwe abonnementsvormen voor haar e-steps. New York en Los Angeles zijn het eerste aan de beurt. Naar hun eigen verwachting zullen hierna meerdere steden volgen.
Wat houdt deze abonnementsvorm in? En zal dit een trend worden waar meerdere merken in meegaan?
Unagi overstag: maak kennis met de Unagi ‘leenstep’
Bij Unagi waren ze er altijd van overtuigd dat mensen liever een e-step bezitten dan deze te moeten delen. Maar toen kwam het Coronavirus. De Coronacrisis heeft er volgens Unagi voor gezorgd dat veel mensen hun geld minder snel uitgeven aan luxegoederen, zoals een e-step.
Aan de andere kant zijn mensen mogelijk [vanwege besmettingsgevaar] huiverig voor het gebruik van deelsteps. Hier was het idee voor het abonnementsmodel met Unagi steps geboren.
Aantrekkelijk, of juist duur?
Het klinkt aanlokkelijk: rondrijden op je eigen e-step zonder in één keer een grote investering te hoeven doen.
Tegen een vast maandelijks bedrag ben je trotse ‘eigenaar’ van een kwalitatief hoogwaardige e-step. Maar hoe verhouden de kosten zich precies en is dit uiteindelijk wel zo voordelig?
Een vast bedrag per maand
De nieuwprijs van de Unagi One is $990. Een flink bedrag dat niet iedereen zo even heeft liggen. Voor $34 per maand huur je de Unagi One, bij een contract van 12 maanden.
Voor een flexibel maandcontract betaal je $39 per maand. De eenmalige opstartkosten bedragen $50.
Uitgaande van een contract van 12 maanden kun je twee jaar rondrijden op een leenstep, voordat het toch echt voordeliger is om er zelf een aan te schaffen.
Onderhoud en verzekering inbegrepen
Bij het vaste maandelijkse bedrag zijn eventuele kosten voor reparaties en de verzekering van de step inbegrepen. Dit gemak moet het aanbod van deze Unagi leensteps nog aantrekkelijker maken.
Het concept doet ons denken aan Swapfiets, wie recentelijk ook heeft aangekondigd de e-step aan het aanbod toe te gaan voegen.
Het abonnementsmodel wordt het eerst beschikbaar gesteld in New York en Los Angeles. Wel heeft Unagi aangekondigd hier snel meer steden aan toe te voegen. België en Nederland moeten dus nog even wachten op hun beurt.